De sportcarrière van Nordic combined skiër Fabian Rießle is doorspekt met vele successen: Olympisch goud met het team op de Winterspelen van 2018, de wereldtitel in de teamcompetitie op het wereldkampioenschap Nordic Ski in 2015 en 2017 en op de teamsprint in 2019. Maar alles veranderde met de geboorte van zijn dochter in oktober 2020.
Sindsdien neemt het gezin naast de sport een centrale plaats in zijn leven in. De juiste balans hierin bewaren is een uitdaging. Vooral in de dagelijkse training. Samen met Carado heeft Fabian Rießle een manier gevonden om beide in balans te brengen. 'Ik vind het heel moeilijk om weg te gaan omdat ik thuis een klein kind heb.' Ook laat ik mijn partner niet graag alleen tijdens het ouderschapsverlof. Dankzij de camper kunnen ze allebei meereizen en me ondersteunen.Vooral mentaal zijn de twee een belangrijke steun voor hem.
Samen met zijn vrouw Sandra Ringwald, zelf ook lange tijd wereldbeker langlaufer, en zijn dochter Paula is de sportsoldaat altijd onderweg. ""Als mijn trainingsschema het toelaat, gaan we ook wel eens spontaan op ontdekkingstocht", vertelt Fabian Rießle.
Samen maken Fabian en Carado je fit voor de baan.
In korte filmpjes geeft Fabian tips om je crosstechniek te verbeteren.
Deze techniek is de snelste in het schaatsen en wordt vooral geschaatst in een rechte lijn of bij een lichte afdaling. Hier wordt aan elke andere beenafzet een armzwaai toegevoegd.
Om te noteren:
1. Sta altijd recht boven de ski. Hiervoor kun je je een verticale lijn voorstellen tussen je voet, knie en heup.
2. De heupen moeten actief naar voren en omhoog komen,
3. De stokken moeten niet te ver naar achteren worden gestoken, maar op ongeveer dezelfde hoogte als de binding.
Zo kun je zoveel mogelijk stuwkracht naar achteren genereren.
Bij deze techniek wordt een armzwaai toegevoegd aan elke beentrap. De 1-1 wordt voornamelijk gebruikt op vlak terrein of wanneer het licht bergopwaarts is.
Om te noteren:
1. de stokken moeten iets voor de schoen worden gebruikt om zoveel mogelijk kracht te genereren.
2. Blijf zo stabiel mogelijk in het bovenlichaam en zwaai niet heen en weer.
3. laat bij het afzetten van de benen de ski's niet te ver uitzwaaien, anders verlies je tijd en afstand.
4. de glijfasen kunnen worden gebruikt als een kort herstel.
Zoals de naam al doet vermoeden, wordt de 2-1 bergtechniek vooral gebruikt op steile stukken van het parcours. Technisch gezien lijkt het erg op de 2-1 met actieve armzwaai, maar het kan ook "gesprongen" worden. Dit wordt vaak gezien bij professionele atleten.
Om te noteren:
1. stappen moeten zo ruim mogelijk naar voren zijn.
2. de leidende arm en het leidende been moeten altijd tegelijkertijd op de grond komen.
3. De armen moeten niet volledig gestrekt zijn, maar in een hoek van ongeveer 90° voor het lichaam.
Deze vier kleine oefeningen kunnen worden gebruikt om bepaalde gebieden specifiek te verbeteren of te trainen.
Zwemmen
Zoals de naam al zegt, maken de armen hier een zwemmende beweging. Je merkt echt hoeveel voortstuwing kan worden gegenereerd door actief gebruik van de armen en het bovenlichaam.
Voetenwerk
Bij de tweede oefening heb je, net als bij zwemmen, geen stokken nodig. Hier is het doel om zoveel mogelijk kracht te genereren via push-off met de benen.
Stokoefening
Bij oefening nummer drie wordt een stok onder de billen geplaatst. Hiermee kun je werken aan je houding en een rechte heuppositie.
Super 1-1
Bij de Super 1-1 worden aan elke beentrap twee armzwaaien toegevoegd. Deze oefening traint de balans en coördinatie van de armzwaaien.
Ich bin ein Tooltip.