Wat met de gewone auto soms al een kleine uitdaging is, is met de camper vaak nog veel moeilijker. Alleen al de grootte van het voertuig maakt het er niet makkelijker op. We hebben een aantal praktische tips voor u verzameld, zodat u op vakantie zonder stress kunt parkeren en op de staanplaats of camping niet meteen een mal figuur slaat. 

Oefening baart kunst. Vooral als u voor de allereerste keer met de camper op pad bent, of er al een tijdje niet meer mee heeft gereden, is het slim om wat te oefenen, op een grote parkeerplaats bijvoorbeeld. Zo kunt u wennen aan de proporties en het rijgedrag van uw camper, en ook de moeilijkste discipline onder de knie krijgen: achteruit en zijwaarts parkeren

. Rij tot voor de open parkeerplaats, tot u parallel staat met het voertuig naast u. Schakel in achteruit en rijd langzaam naar achteren, zolang u in het midden van de zijruit aan de rechterkant de achterzijde van het andere voertuig kunt zien. Buig vervolgens rechts af en rijd langzaam achteruit tot u in een hoek van ca. 45 graden met de stoeprand staat. Vanaf nu stuurt u tegen, tot u recht in de parkeerplaats staat. Het is altijd verstandig om – hoe groot de opening ook is – iemand te hebben die instructies geeft van buiten het voertuig.

Belangrijk is ook dat u steeds oogcontact heeft via de spiegels. Bij het manoeuvreren draait u ook best de radio zacht en opent u het raam, zodat u de commando’s goed kunt horen. Ook erg praktisch zijn de achteruitrijcamera’s voor de Carado-campers. Het zijn elektronische verkeersbegeleiders als het ware, voor als u ooit alleen onderweg bent. 

Hoewel de meeste campings vlak zijn, kunnen sommige staanplaatsen lichtjes naar boven of beneden hellen. Door middel van oprijwiggen kunt u dit onevenwicht wegwerken. U kunt de wiggen ofwel voor de wielen op een denkbeeldige lijn leggen of voor de wielen aan dezelfde kant van de camper leggen. Daarna rijdt u de wiggen langzaam op. Met de waterpas kunt u controleren of u mooi vlak staat. Op een genivelleerde ondergrond is het ook een stuk comfortabeler slapen. Zo kunt u goed uitgerust aan een nieuwe dag beginnen: goedemorgen!

Over het algemeen maken we een onderscheid tussen staanplaatsen en campings. Terwijl staanplaatsen slechts bedoeld zijn voor een kort verblijf (doorgaans 1 tot 3 dagen) en relatief weinig voorzieningen bieden, is op een camping bijna alles te vinden wat het hartje van camperreizigers sneller doet slaan. Op beide locaties gelden echter een aantal onuitgesproken regels.

Aangezien staanplaatsen slechts bedoeld zijn voor een korte tussenstop (vaak zonder reservatie), moet u hier voldoende rekening houden met de buren. Het belangrijkste: Ruimte besparen. Een al te huiselijke inrichting wordt hier niet op prijs gesteld. Laat de luifel dus netjes zitten en ga de kampeermeubels ook niet uitstallen.  Er moet tenslotte plaats zijn voor iedereen. 

Op campings gaat het er wat anders aan toe. Hier zijn douches en toiletten, elektriciteit en drinkwater. En natuurlijk plaats zat om het zich gemakkelijk te maken. Vaak zijn de afzonderlijke percelen ook door omheiningen van elkaar gescheiden. Als dat niet het geval is, kijkt u best even rond naar de andere campers. Als ze allemaal achterwaarts geparkeerd staan, doet u dat best ook. Zo gaan alle opbouwdeuren in dezelfde richting open, heeft iedereen een beetje privacy en zit je niet in elkaars bord te kijken. Een goede verstandhouding met de buren is alles – ook op vakantie.